De zorg voor een nest pups

De zorg voor een nest pups en de moederhond

Als je hond drachtig is, dan zul je met een paar zaken goed rekening moeten houden. Niet alleen voor de veiligheid van de pups die geboren worden, maar ook voor jezelf, je gezin, en bovenal voor de toekomstige moederhond.

Wat heeft een moederhond met pups nodig in huis en waar moet je overal rekening mee houden:

Een eigenveilige plek afgeschermd van de rest

Dit heeft ze nodig om te zogen en om zich terug te kunnen trekken in een veilige omgeving. Deze veilige afgeschermde plek kun je maken door een soort puppy kist te maken. Hierin leg je oude kleden, dekens of handdoeken en zorg je voor een ondergrond die je makkelijk schoon kan houden. De dekens en doeken zorgen er voor dat de pup zich warm kan houden, meestal kruipt de pup er vanzelf lekker in weg. Op het moment dat een pup de wereld wil gaan ontdekken is het belangrijk om te zorgen dat dit in een veilige omgeving kan. Wil je dat de pup alleen op onderzoek uit kan gaan als je erbij bent dan zul je de kist of afzetting hogen moeten maken.

Rust

Naast verkennen moet er natuurlijk ook uitgerust worden voor de pups. Op de momenten dat de pups slapen kan de moederhond even weg bij de pups. Neem haar even lekker mee wandelen, want ook zij heeft tijd voor zichzelf nodig! De pup meldt zich vanzelf wel weer bij de moeder. Van nature zal een moederhond nooit ver weg gaan bij haar nest, dus blijf geen uren weg. Als de pup eenmaal wat ouder is dan zal deze steeds minder afhankelijk worden van de moederhond.

Voeding

Het voer is in eerste instantie alleen van belang voor de moeder. Zij heeft goede voeding nodig die voldoende vitamines en mineralen beva. De pup krijgt in eerste instantie alleen moedermelk, maar gaat langzaam over op puppyvoer (deze periode heet spenen en is tussen de derde en zesde week). Dit is doorgaans licht verteerbaar en rijk aan vitamines, mineralen en bouwstoffen. Bij de dierenwinkel zijn er vele soorten en in verschillende prijsklassen.

Het vaste voer voor de pup heeft geen afweerstoffen in zich zoals de melk van de moederhond dit wel heeft en daarom is de moedermelk in de eerste weken zo belangrijk. De moedermelk bevat zoveel afweerstoffen dat het voorkomt dat een pup snel ziek wordt.

Inenten van de pups

Het schema:

1. Zes weken: Puppy enting ( Hondeziekte en Parvo)
2. Negen weken: Parvo/Weil enting
3. Twaalf weken: Cocktail-enting. Deze cocktailenting is opgebouwd uit Parvo, Weil, Paraïnfluenza, Hondeziekte en Leverziekte (HCC).

Het volgende stukje gaat over de levensfasen die een pup doormaakt. Het is goed daar ook bij stil te staan. Omdat het nog jong is kun je daar namelijk nog veel aan doen.

Van pup tot volwassen hond.

Een hond doorloopt de volgende levensfasen:

1. Neonatale periode:
   Loopt vanaf de geboorte tot 2 weken oud. De pup doet voornamelijk niets anders dan drinken, slapen, warm blijven. Ogen en oren zijn nog dicht, reuk en tast is wel aanwezig. Belangrijk dat je de pup regelmatig oppakt zodat deze vertrouwd raakt met de menselijke geur.
2. Overgang periode:
   Loopt van 2 weken tot en met 3 weken oud. De ogen en oren zijn open, komen dus meer prikkels van de omgeving binnen, de pup kan ook al beter lopen en staan, begint met kwispelen. Rond de 19e dag gaan de ogen open, rond de 20e dag komen de tanden door.
3. Eerste socialisatie periode:
   Loopt van 3 weken tot 12 weken oud. Het is erg belangrijk dat de pup in deze periode alles leert/went/mee maakt wat hij/zij later ook tegen komt. Het gaat hierbij om het wennen (socialiseren) aan allerlei ervaringen zoals bus/trein/auto/fiets/ mensen/dieren/kinderen etc. Het is de periode dat de pup vertrouwd raakt met zijn directe omgeving (gezin, soortgenoten) en vertrouwd raakt met zijn leefomgeving (geluiden, dieren, auto, trein, kinderen, trimmer, dierenarts etc).
4. De tweede periode (leefomgeving) 
   Deze loopt ongeveer van 7 weken tot ongeveer 12 weken. Met alles waarmee de pup nu kennis maakt op een positieve, niet angstige manier, zal de pup later als normaal beschouwen en accepteren. Ook wordt in deze periode de basis gelegd van de rangorde. Het is belangrijk om de pup dus ook te leren wat de regels thuis zijn en wat zijn/haar plek hierin is.
   Als een pup een nieuw huis gaat krijgen dan kan dit het beste op de overgang van de zevende week naar de achtste week. Dan staat als het ware de pup even stil (geestelijk) en kan er een zeer goede binding op treden met de nieuwe baas, die wordt dan als het ware geaccepteerd als de nieuwe moeder.
5. Tweede socialisatie periode:
   Deze wordt ook wel de angstfase genoemd. Loopt van 12 weken tot 6 maanden. In deze periode wordt onder meer de rangorde bepaald, de hond wordt steeds ondernemender, zal grenzen gaan zoeken en overtreden. Het is erg belangrijk dat je wat je in de eerste periode (socialisatie) hebt aangeleerd en mee vertrouwd hebt gemaakt dat je daar mee door gaat. Een goede basis is erg belangrijk. De pups zijn erg gevoelig voor traumatische ervaringen, voorkom die als het kan, bescherm de pup dus.
6. Puberteit:
   Loopt van 6 maanden tot ongeveer 2 jaar. In deze periode zetten we de puntjes op de 'i '. Reuen beginnen met de poot op te tillen als ze gaan plassen, teefjes kunnen loops worden (vaak in de periode van 6 maanden tot ongeveer 9 maanden). Tot ongeveer 18 maanden zal de hond groeien, dan zijn de botten volgroeid en zullen alleen nog de spieren zich beter gaan ontwikkelen.

Wanneer mag een pup naar buiten?

Vanaf 3 weken kun je de pup mee naar buiten gaan nemen. Leer de pup zo snel als je kunt dat hij mee naar buiten gaat als het wakker wordt. Dit versnelt het zindelijkheidsproces. Je kunt haar samen met de moeder mee naar buiten nemen, maar ook alleen. De moeder zal van nature erg veel leren aan de pup. Ze zal ook kleine 'ongelukjes' van de pup vaak zelf opruimen. Dit gedrag moet je niet bestraffen. Het is instinctief beschermen van haar pup tegen 'roofdieren'.

Er zullen vast nog meer vragen opkomen en zeker tijdens de opvangperiode zal er nog genoeg gebeuren waar je niet meteen een antwoord op hebt.