Welke vaccinaties zijn er voor de hond?
Een belangrijke en effectieve manier om ziekten bij honden te voorkomen is middels vaccinatie. Als de hond gevaccineerd wordt, dan wordt het hele lichaam voorbereid op een mogelijke infectie. Hierdoor zal het immuunsysteem direct in actie komen. Ziekteverwekkers worden op deze manier uitgeschakeld voordat ze schade kunnen toebrengen.
Eerst ontwormen dan inenten!
Het is aangetoond dat vaccinaties beter werken als de hond voorafgaand aan de inenting is ontwormd. Dit komt doordat het lichaam niet tegelijkertijd hoeft te vechten tegen wormen en antilichamen tegen ziekten aanmaakt. Het wordt daarom aanbevolen om je hond één tot twee weken voor de vaccinatie te ontwormen.
Om besmettelijke ziekten bij honden te voorkomen, is vaccinatie een belangrijke en effectieve methode. Door middel van vaccinatie wordt het lichaam voorbereid op een mogelijke infectie, waardoor het immuunsysteem snel in actie kan komen en de ziekteverwekkers kan uitschakelen voordat ze schade kunnen veroorzaken. Om het effect van vaccinatie te behouden, is het belangrijk om regelmatig opnieuw te vaccineren. Hoewel sommige vaccinaties voor alle honden nodig zijn, zijn andere alleen nodig onder bepaalde omstandigheden. Er bestaat echter niet voor alle besmettelijke hondenziekten een vaccinatie.
De hondenziektes kort en bondig samengevat:
- Hondenziekte (ook wel de ziekte van Carré, distemper) is een zeer besmettelijke virusziekte die braken, diarree, afwijkingen aan het zenuwstelsel, ademhalingsstelsel en de huid kan veroorzaken en ook de afweer van de hond aantast. Besmetting vindt plaats via uitscheidingsproducten (urine, ontlasting, oogvocht, etc.) van geïnfecteerde honden.
- Leverziekte (hepatitis, adeno-virus type I) veroorzaakt leverontsteking met koorts, bloedingen, braken en ontsteking van de ogen. Het wordt verspreid via urine en kan bij jonge honden voor een plotselinge dood zorgen.
- Parvo (parvovirose) tast de darmen van de hond aan, waardoor ernstige, waterige, vaak bloederige diarree ontstaat, en kan weerstandsvermindering veroorzaken waardoor honden gevoelig zijn voor andere besmettelijke ziekten. De ziekte is vooral gevaarlijk voor pups, omdat ze snel kunnen uitdrogen en sterven. Het virus verspreidt zich via ontlasting en kan lang buiten het lichaam besmettelijk blijven.
- De Ziekte van Weil (leptospirose) wordt veroorzaakt door bacteriën die worden overgedragen via urine of met urine besmet water en kan leiden tot geelzucht, diarree en braken, bloedingen en nierproblemen. De ziekte is besmettelijk voor de mens en wordt overgedragen door verschillende leptospirose-bacteriën, vaak via urine van muizen en ratten.
- Kennelhoest (Bordetella, para-influenza, adeno-virus type II) is een besmettelijke hondenhoest die verschillende ziekteverwekkers kan hebben, zoals het para-influenzavirus, het adeno-virus type 2 en de Bordetella-bacterie. De ziekte is erg besmettelijk en komt vooral voor bij honden die met veel andere honden worden gehuisvest, zoals in kennels of pensions, of op shows of bij de hondenuitlaatservice, en stress kan een rol spelen.
- Hondsdolheid (rabiës) is een dodelijke ziekte die besmettelijk is voor de mens en voor andere dieren en wordt vaak overgedragen via speeksel, bijvoorbeeld bij beten van besmette honden, katten, vossen of vleermuizen. Het virus tast de hersenen aan en veroorzaakt angst en agressie. Het is verplicht om een hond te laten inenten tegen hondsdolheid voordat u bepaalde landen bezoekt. In Nederland komt hondsdolheid bijna niet meer voor, behalve bij vleermuizen, maar in veel andere landen is de ziekte nog steeds wijdverbreid.
Er zijn verschillende ziekten waar honden tegen gevaccineerd kunnen worden om langdurige bescherming te bieden. Dit zijn de zogenaamde "kernziekten", waaronder hondenziekte, besmettelijke leverziekte en parvovirose. Naast deze kernziekten wordt in Nederland ook jaarlijks de vaccinatie tegen de ziekte van Weil gegeven, aangezien deze ziekte overgedragen kan worden op mensen. Daarnaast zijn er vaccinaties die nodig zijn in specifieke situaties, zoals de rabiësvaccinatie bij reizen naar het buitenland en de kennelhoestvaccinatie bij contact met veel andere honden, zoals bij een verblijf in een pension of tijdens cursussen of shows.
Lees ook
Zeer veel honden overleven deze massale aanval op het lichaam niet
Het vaccinatieschema:
Het vaccinatieschema voor pups kan veranderen omdat vaccins worden aangepast of de werkzaamheid opnieuw wordt onderzocht. Het meest recente schema beveelt de volgende vaccinaties aan:
- 1e inenting: Hondenziekte en Parvo, eventueel besmettelijke leverziekte
- 2e inenting: Parvo en ziekte van Weil
- 3e inenting: Hondenziekte, Parvo, ziekte v. Weil, besmettelijke leverziekte (Cocktail inenting, deze kan ook nog het vaccin tegen parainfluenza bevatten)
- Op 1 jaar: Hondenziekte, Parvo, ziekte v. Weil, besmettelijke leverziekte. Voor de vaccinaties tegen kennelhoest (Parainfluenza en Bordetella) maakt je dierenarts een aanvullend schema. Dit is ook afhankelijk van de manier waarop deze vaccinatie wordt toegediend, deze vaccins kunnen namelijk via de neus of via een injectie worden gegeven. Meestal krijgen pups als ze 1 jaar zijn een 'booster' vaccinatie voor de kernziekten om alsnog de nodige bescherming te bieden aan degenen die niet voldoende hebben gereageerd op de puppyvaccinaties. Afhankelijk van het risico op besmetting kan deze vaccinatie ook eerder worden gegeven, bijvoorbeeld als de hond een half jaar oud is. Na de 'booster' vaccinatie hangt de noodzaak om de vaccinaties te herhalen af van de werkingsduur van het vaccin. Voor de kernziekten wordt herhaling om de drie jaar geadviseerd.
Hoe lang wekt een vaccinatie?
De werkingsduur van vaccins kan verschillen en hangt onder andere af van het type vaccin. Vaccins tegen de drie kernziekten bieden in Nederland meestal minimaal drie jaar bescherming, vooral wanneer het levend verzwakt virus betreft. Vaccinatie met dood of geïnactiveerd virus biedt over het algemeen minder langdurige bescherming. Vaccins tegen bacteriële ziekten en hondsdolheid moeten vaak vaker herhaald worden. Om te bepalen welk vaccinatieschema en welke vaccinaties geschikt zijn voor je hond, is het verstandig om je dierenarts te raadplegen. Factoren zoals ras, leeftijd, gezondheid, reisgewoonten en lokale ziekte-incidentie spelen hierbij een rol.
Minder vaak vaccineren? Doe dan een bloedonderzoek (Titeren)
Soms kan het wenselijk zijn om minder vaak te vaccineren, bijvoorbeeld als je hond gevoeliger reageert op vaccinaties. Hoewel de officiële werkingsduur van de kernziektevaccins hooguit drie jaar is, blijkt uit onderzoek dat sommige honden na vaccinatie met levend verzwakt virus nog steeds zeven jaar later beschermd zijn. Het is mogelijk om te bepalen of je hond nog voldoende antilichamen heeft om beschermd te blijven, door middel van een bloedtest (titertest). Deze test kan snel worden uitgevoerd door je dierenarts. Als er voldoende antilichamen in het bloed aanwezig zijn, is een nieuwe vaccinatie niet nodig. Het is belangrijk om te benadrukken dat dit alleen geldt voor de drie kernziekten en niet voor andere ziekten waar je hond tegen gevaccineerd kan worden.
In welke situaties kun je beter de vaccinatie van je hond uitstellen?
Het is belangrijk om te weten dat een vaccinatie efficiënt en veilig moet verlopen. Daarom wordt geadviseerd om je hond niet te vaccineren als het:
- Ziek is. Wanneer je hond al een verzwakte weerstand heeft door bijvoorbeeld een blaasontsteking, is het immuunsysteem nodig om die aandoening te bestrijden. Daarom is het beter om de vaccinatie uit te stellen totdat je hond weer klachtenvrij is.
- Lijdt aan een chronische aandoening. In het geval van een chronische aandoening waarbij herstel niet meer mogelijk is, zal je dierenarts je een advies op maat geven over de vaccinatiemogelijkheden voor je hond.
- Drachtig is. Het kan gevaarlijk zijn om te vaccineren tijdens de dracht, omdat dit risico's met zich meebrengt voor de pups. Er zijn wel vaccins die veilig gegeven kunnen worden tijdens de dracht.
- Onder narcose is. De narcose zelf heeft weinig invloed op de respons op de vaccinatie. Echter kunnen eventuele ongewenste reacties zoals misselijkheid tijdens de narcose voor problemen zorgen. Daarom wordt aangeraden om de vaccinatie uit te stellen tot na de narcose.
Het vaccineren van je hond is een belangrijke stap om je huisdier te beschermen tegen verschillende besmettelijke ziekten. Door het volgen van de juiste vaccinatieschema's en regelmatige controles bij de dierenarts kan de gezondheid en veiligheid van je hond worden gewaarborgd. Het is belangrijk om samen met de dierenarts te kijken naar de individuele situatie van je hond en op basis daarvan te beslissen welke vaccinaties nodig zijn en op welk moment.
Wij willen je erop wijzen dat deze informatie puur ter kennisgeving is. Wij raden iedereen te allen tijde aan om contact op te nemen met je
dierenarts.