Hartinsufficiëntie - DCM
Net als bij de mens kunnen honden ook (chronische) hartinsufficiëntie krijgen. Het probleem is dan dat het hart niet meer voldoende werkt en er slecht of niet meer in slaagt om voldoende bloed door het lichaam te pompen.
Als de pompfunctie het laat afweten dan krijgt het lichaam niet genoeg zuurstof en voedingsstoffen. Er zijn twee belangrijke oorzaken van hartinsufficiëntie: dilaterende cardiomyopathie en klepletsels.
De klepletsels
Het hart heeft 4 kleppen: 2 tussen de kamers en boezems, 1 tussen de holle ader en de rechter boezem en 1 tussen de linker kamer en de aorta.
De kleppen zorgen ervoor dat het bloed maar in 1 kant op kan stromen. Bij veel honden met hartinsufficiëntie is er een probleem met één of meer kleppen. Hierdoor ontstaat er een lek waardoor het bloed gedeeltelijk tegen de richting in kan stromen. Gevolg is dat er minder bloed de 'goede' kant opgaat. Dit kan beschadiging veroorzaken aan de binnenkant van het hart of aan de bloedvaten.
Klepletsels komen meer voor bij de wat oudere kleine rassen. Het kan al enige tijd aanwezig zijn voordat de hond er last van krijgt.
Dilaterende Cardiomyopathie
Hierbij wordt het hart groter en de spierwand dunner. Het samentrekken van het hart is minder en het hart kan minder goed ledigen. De oorzaak hiervan is niet echt bekend. Het komt vaker voor bij grote honden en bij jonge dieren of dieren van middelbare leeftijd. Het is een veel voorkomende ziekte bij de Doberman, maar ook bij Boxers, Duitse doggen en Ierse wolfshonden. Het lijkt een erfelijke ziekte te zijn. Dit omdat de rasgebondenheid en omdat het voorkomt in bepaalde kweeklijnen.
Symptomen van hartinsufficiëntie - dcm bij de hond
Doordat het hart niet genoeg kan pompen komen er vochtophopingen in het lichaam. Eerst komt het in de longen: 'water op de longen'. Het 1e symptoom dat men dan ziet is dat de hond snel buiten adem is, veel hoest en hijgt. In het begin alleen bij inspanning, maar later ook bij rust. Het hoesten in de morgen en 's nachts erger.
In een gevorderd stadium is het mogelijk dat de hond ook flauwvalt. Oedeem of onderhuidse vochtophopingen kan de hond ook krijgen. Geleidelijk aan worden de symptomen erger. Dilaterende cardiomyopathie kan aanleiding geven tot een acute hartinsufficiëntie. Plotseling krijgt de hond erge symptomen van hartsinsufficiëntie. ook kan deze plotseling sterven zonder voorafgaande tekenen.
Diagnose van hartinsufficiëntie - dcm bij de hond
Een stethoscoop kan de diagnose van een lekkende hartklep vaststellen. Men zou een bijgeruis kunnen waarnemen. Af en toe is het nodig om meer gespecialiseerde onderzoeken te doen, zoals bijvoorbeeld echochrafie, radiografie of elektrocardiografie (een ECG).
Dilaterende cardiomyopathie. Hierbij kan met alleen met meer gespecialiseerde onderzoeken zoals ECG, radiografie of echocardiografie de diagnose vastgesteld worden
Behandeling van hartinsufficiëntie - dcm bij de hond
Het geven van vochtafdrijvende medicijnen en of medicijnen die de pompfunctie van het hart verbeterd. Soms kan men bij aangeboren hartproblemen dieren operatief helpen.
Progonose van hartinsufficiëntie - dcm bij de hond
Hartinsufficiëntie.
De prognose is niet positief. De meeste honden sterven binnen het jaar, hoewel er dieren zijn die het met behandeling langer kunnen uithouden.
Dilatorische cardiomyopathie.
Hiervan is de prognose nog slechter. De levensverwachting hangt af van het ras: Het zijn vooral Dobermannen die meestal binnen enkele maanden na de diagnose komen te overlijden.
Preventie van hartinsufficiëntie - dcm bij de hond
Omdat dilatorisch cardiomyopathie erfelijk is, moet men niet meer fokken met deze dieren en hun naaste familie .
Welke rassen zijn vatbaar voor hartinsufficiëntie - dcm
Van de volgende rashonden is bekend dat ze aanleg hebben of gevoelig zijn voor hartinsufficiëntie - dcm
Deze informatie is ter kennisgeving. Bij vragen en advies neem dan contact op met je dierenarts.